Zoeken naar sporen van het veldhospitaal

 

"Het terrein waar straks het bezoekerscentrum komt, is gelegen naast de toegangsweg naar de boerderij. Er stonden de hele oorlog lang barakken", vertelt Annemie Morisse, wetenschappelijk onderzoeker. "Eerst waren de Fransen er actief. In augustus 1916 namen de Canadezen de infrastructuur over. Ze bouwden ook bij. Het operatiekwartier werd uitgebreid. Er kwamen aparte barakken voor lichte en voor zware chirurgische gevallen. Ook de zieken kregen een eigen afdeling en er was een officers' ward, een zaal voor de officieren. Verder waren op dat stukje grond ook de bureaus van de hoofdverpleegster en de verantwoordelijke officier gevestigd."

Drie archeologen onderzoeken het terrein. De firma Monument Vandekerckhove uit Ingelmunster voert de werken uit in opdracht van Stad Poperinge. Er wordt hiervoor een budget van 110 000 euro uitgetrokken. "Het is de eerste keer dat er archeologisch onderzoek gebeurt op een WOI veldhospitaalsite. Voor ons is dit dus best wel spannend", vertelt archeoloog Maarten Bracke. "We starten met een metaaldetectieonderzoek. Daarbij lopen we het maaiveldniveau volledig af met een detector. Alle metalen vondsten worden op kaart gebracht. Nadien zal het vlak verdiept worden tot vijftien centimeter onder het maaiveld. We gaan er opnieuw over met een detector. Als op dit punt ook al enkele kuilen of andere grondsporen aan het licht komen, dan worden deze gefotografeerd, ingetekend en onderzocht."

In een derde fase wordt de grond afgegraven tot ongeveer veertig centimeter onder het maaiveld: "Dit zal vermoedelijk ons diepste niveau zijn, aangezien we hier alle WOI sporen moeten kunnen zien. Het doel van het onderzoek is echt die WOI periode. Andere sporen worden uiteraard ook onderzocht, maar zijn bijzaak in de doelstelling van de opgraving."

De archeologische campagne duurt dertig dagen. De mooiste vondsten krijgen een plaatsje in het bezoekerscentrum. Op de eerste dag werden al munten en knopen gevonden, evenals het naamplaatje van Folley C. Hij was bij de Lancashire Fusiliers maar ligt niet op Lijssenthoek begraven. Hij moet dus het veldhospitaal hebben overleefd.

Foto's